zondag 20 mei 2012

Bissen, Missen en Rissen

We hadden er weer ernstig last van gisteren, tijdens onze retourrit Roeselare - Zwevegem. Van het -issen in het algemeen. Bissen, Missen of Rissen, het is ons allemaal al bekend en bij vlagen steekt het erg prominent de kop op en moeten we eraan toegeven. Zeker nu Jeroen met de bakfiets de nodige kilometers vreet, is de zaak nog veel erger geworden.

Ik hoor u vragen: Bissen? Missen? Rissen? Wuk zeg je doar nui ollemolle?
Wel, laat me toe het nader te verklaren:

rissen
` ris - sen (riste, h. gerist) = risten
(afk.) Racebukfiets Inhaal Syndroom, afwijkend gedrag van een bak- of ligfietser waarbij deze bij het signaleren van de achterzijde van een racebukfietser een rode waas voor de ogen krijgt, last heeft van verhoogde ademhaling en hartslag, te kampen heeft met adrenalinestoten en niet meer kan weerstaan aan de oerdrift de racebukfietser in te halen.

Bissen en Missen is een gelijkaardig syndroom, waarbij de "B" staat voor bukfiets en "M" voor mountainbike. Het is makkelijker te weerstaan en de naslag ervan is eenvoudiger te recupereren, maar niettemin is ook dit syndroom niet iets om licht over te praten.

En het klinkt je nu misschien lachwekkend in de oren, maar dat is het verre van! Het is een heel vervelend syndroom die niet alleen gepaard gaat met een overmatige adrenaline- en zweetproductie, maar waar gewoonweg, simpelweg niet aan kan weerstaan worden. De oerdrift waarvan sprake in de verklaring van het Groot Nederlands Woordenboek, is zo dwingend, zo oerig dat het bijna niet te beschrijven is. Vanuit de diepe roerselen kolkt het omhoog en moet je wel een versnelling hoger schakelen en de racebukfietser inhalen.
Die arme racebukfietser heeft natuurlijk geen schijn van kans. Hij weet immers niet af van de geestelijke en lichamelijke gesteldheid/afwijking van dat naadrend onheil schuin onder hem. Wij, bak- en ligfietsers fietsen ons ondertussen het snot voor de ogen, maar - voor de syndroomlijders klinkt het volgende uiterst bekend- we gapen schijnbaar achteloos wat in het rond, pulken wat in onze neus, zetten onze zonnebril wat rechter en persen er met onze laatste adem een vrolijk gefluit uit. We moeten natuurlijk de indruk wekken dat we ons heerlijk vermaken en dat bak- en ligfietsen zo makkelijk gaat dat we het eigenlijk niet eens in de gaten hebben dat we überhaupt iets moeten doen om vooruit te komen. Zodra de racefietser uit het zicht is verdwenen (volgens de "risser" ergens afgeslagen omdat hij de ligfietser niet bij kon houden en zich de vernedering wil besparen) stort ons opgeblazen ego/tempo dan ook als een kaartenhuis in elkaar, hoewel een ongelooflijk overweldigend tevreden gevoel door ons lichaam spoelt.
Natuurlijk heb je wel eens van die taaie racebukfietsers, die blijven plakken aan je achterwiel. Maar ze  hebben natuurlijk niet het voordeel uit de wind te zitten bij het najagen van een ligfiets en dus moeten ze na een tijdje wel afhaken.
Kraken doen ze. Willen of niet.

Gisteren hadden we een prachtexemplaar om te Missen. Twee keer is het ons gelukt. De eerste keer hebben we bij het oversteken belgerinkeld dat het niet mogelijk was, kwestie dat hij ons toch maar in de gaten had en goed zag wat hem overstak. Na een kilometertje of zo, racete hij ons met een grijns van oor tot oor weer voorbij. Wij hadden namelijk net een pipistop voor de kinderen. Lach maar, zeiden Jeroen en ik tegen elkaar. Na een kilometer of twee, zoefden we hem weer voorbij. Stilletjes dit maal, om hem niet té veel te laten schrikken. Ik als vliegende reporter kon het natuurlijk niet laten om de vernedering op de gevoelige plaat vast te leggen.


Daarna hadden we er nog eentje om te Rissen, maar die was van het taaie soort zoals hierboven beschreven. Bovendien was hij nogal hooghartig, al werd hij snel op zijn plaats gezet tijdens zijn conversatie met Jeroen. (Om tegen mij te schreeuwen was hij teveel buiten adem, Jeroen zat op een betere hoogte.)

R(acebukfietser): amai, je gaat nogal een gang met die fiets (wijzend op de bakfiets en de ligfiets negerend).
J(eroen): ja, als we eenmaal de rotatie hebben, gaan we goed vooruit.
R: en hoeveel kilometer doen jullie dan zo?
J: och, vandaag doen we een kilometer of 30
R: *uitpuilende ogen* *heftig geslik*
J: enkel hé, vanavond keren we nog terug. We gaan naar meme en pepe, hé kindjes.
K(inderen): JAAAAAAh en we gaan snel hé!
R: amai, ja, jullie papa doet wel zijn best hoor *groen gezicht*
J: allé, we gaan weer verder. Nog een prettige rit!
K: allééééé Papa!
R: ja, jullie ook *mompelmompel*

Een tijdje later was hij blijkbaar voldoende van het verschot bekomen en haalde hij ons toch weer in. We hebben hem laten doen. Uit medelijden, hij had al zo afgezien... 


En dan heb je natuurlijk het Bissen. Veel oudjes op de weg gisteren, dus we hebben ze allemaal proberen langzaam over te steken, maar natuurlijk is het soms sterker dan onszelf. Gelukkig geen defibrilator nodig gehad, maar wel vaak bij het passeren verschrikt ge-oeh, ge-aah en ge-hmmpff gehoord.


Verder was het een rustig ritje. Eenmaal we van alle overbodige adrenaline waren ontdaan, genoten we van het lekkere zonnetje, de rust en de prachtige natuur. Ik heb zelfs last van de gevreesde 'koereursbenen'. Mijn onderbenen lijken wel een driekleur. Puur wit op de enkels, vlammend rood op de scheenbenen en babyroze op de knieën. Nog een geluk dat ik altijd een lange broek draag op het werk :)


We volgden opnieuw een knooppuntenroute, die ons van Roeselare naar Zwevegem leidde, hoofdzakelijk langs jaagpaden. We kwamen geen onoverkomelijke hindernissen tegen noch voor bak- noch voor ligfiets. Al moet gezegd worden dat de jaagpaden van Ingelmunster, Ooigem en Desselgem in een merkelijk betere staat zijn dan die van Roeselare en Izegem. Ze zijn vlak en lekker breed. Vooral dat eerste is een luxe in vergelijking met de hobbelige paden in Roeselare en Izegem.
Opletten bij het oprijden van het jaagpad in Roeselare, daar is een gemene bult in de weg die hoogstwaarschijnlijk al voor menig platte band heeft gezorgd. Er is een melding onderweg naar Meldpunt Fietspaden.


En dan ook opletten ter hoogte van Jonkers/Driesan in Izegem. Er is daar ook ernstige schade aan het wegdek door een boomwortel. Ook hiervan een melding gemaakt bij Meldpunt Fietspaden.



Hierbij vind je de gevolgde route:
77 - 66 - 12 - 25 - 17 - 32 - 15 - 51 - 53 - 54 - 55 - 42 - 44 - 45 - 46 - 57
Start 77: Roeselare jaagpad nabij Soubry
Einde 57: Zwevegem rondpunt nabij Stedestraat
Totaal kms: 28,5 (tot op einde 57)

Meer fotos van de tocht, vind je hier

3 opmerkingen:

  1. Met de bakfiets koersfietsen beginnen inhalen? Niet slecht, dat lukt mij toch niet. ook 30km overbruggen zou ik toch niet zien zitten.

    Die joekel van een bult op het jaagpad zag ik gisteren ook. mooi dat er iemand het toch meld.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. komt wel, na een 500km training lukt het je ooit wel eens :) En de loco is toch een stuk lichter dan de christiania?

      En twas 60 ;) we moesten ook nog terug hé :) Wat Jeroen toch al niet doet om toch maar niet op de ICE te moeten rijden.

      Verwijderen
  2. .....afwijkend gedrag van een bak- of ligfietser waarbij deze bij het signaleren van de achterzijde van een racebukfietser een rode waas voor de ogen krijgt.....

    Met een Bakfiets RIS ?? Dat is straf !! Haha !

    Mvg Arjan ( NL-Ligger )

    BeantwoordenVerwijderen